WIA-keuring (2 van 3) - Het gesprek met de arbeidsdeskundige
De WIA is complex, dat blijkt wel uit de vele vragen die wij over de WIA krijgen. In een aantal blogs geef ik antwoord op de meest gestelde vragen over de WIA-keuring. Vandaag sta ik stil bij het gesprek met de arbeidsdeskundige van het UWV.
In de eerste blog over de WIA-keuring gaf ik al aan dat je een WIA-uitkering op tijd moet aanvragen. Je krijgt hierover een brief van het UWV. Als het UWV tot de conclusie komt dat werkgever en werknemer voldoende aan re-integratie hebben gedaan, wordt de WIA-keuring opgestart.
De WIA-keuring bestaat uit 3 onderdelen:
- Een afspraak met de verzekeringsarts
- Een onderzoek door de arbeidsdeskundige
- Het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid
Wat doet de arbeidsdeskundige?
In deel 1 heb ik uitgelegd wat de verzekeringsarts precies doet. Nadat je bij de verzekeringsarts bent geweest, word je uitgenodigd voor een gesprek met de (UWV) arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige bekijkt welk werk je nog kunt doen met de beperkingen die door de verzekeringsarts zijn vastgesteld.
Hoe selecteert de arbeidskundige welke functies je kunt uitoefenen?
Uit een speciaal computersysteem, het CBBS, selecteert de arbeidsdeskundige een aantal functies die je nog kunt uitoefenen. In het CBBS zijn beschrijvingen opgenomen van beroepen die in Nederland voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan beroepen als productiemedewerker, administratief medewerker, maar ook portier of inpakker van koekjes. Er wordt alleen gekeken of je, met jouw beperkingen, in theorie in staat bent om een dergelijke functie uit te oefenen. Het gaat er dus niet om of er voor deze werkzaamheden ook daadwerkelijk vacatures zijn.
De arbeidsdeskundige neemt in zijn onderzoek naar functies die je kunt uitoefenen alle ‘gangbare arbeid’ mee. Gangbare arbeid is een ruim begrip, het omvat:
- Eigen werk bij jouw oude werkgever
- Eigen werk bij een andere werkgever
- Ander werk
- Werk van eigen niveau
- Werk van een lager niveau
De arbeidsdeskundige moet minimaal 3 functies selecteren. Het loon van de middelste functie is jouw zogenoemde ‘resterende verdiencapaciteit’. Dit loon vergelijkt de arbeidsdeskundige met het loon dat je verdiende voordat je ziek werd (in vaktaal: het maatmanloon). Het verschil tussen de resterende verdiencapaciteit en het maatmanloon is het arbeidsongeschiktheidspercentage voor de WIA. Ik schreef een blog, waarin ik dieper in ga op het berekenen van het arbeidsongeschiktheidspercentage met een rekenvoorbeeld.
Lees alles over onze aanpak bij 're-integratie' en
download onze gratis flyer!
Download de gratis flyer

Voorwaarden waaraan de selectie moet voldoen
Er is een bij het selecteren van de 3 functies een aantal voorwaarden waarmee de arbeidsdeskundige rekening moet houden. De arbeidsdeskundige:
- Mag geen arbeid selecteren waarvoor een bepaalde opleiding vereist is, die je niet hebt. Ook mag het werk niet van een hoger opleidingsniveau zijn. Werk waarvoor slechts een korte cursus nodig is, mag de arbeidsdeskundige wel selecteren.
- Moet uitgaan van het aantal uren dat je werkte voordat je ziek werd, ook als dit meer dan 38 uur was.
- Moet aantonen dat de geselecteerde functies ook in deeltijd voorkomen als je om medische redenen alleen in deeltijd kunt werken.
- Mag functies aanwijzen met andere werkdagen of werkuren dan waarop je werkte voordat je ziek werd. Werk in het weekend of ’s avonds (of juist overdag) kan dus ook geschikt zijn. Werk met structurele nachtdiensten is alleen geschikt als je dat vroeger ook deed; avond- en nachtwerk mag natuurlijk alleen als je dat met jouw ziekte of handicap aankunt.
- Mag er in het algemeen van uitgaan dat je Nederlands spreekt en begrijpt en dat je eenvoudige dingen op de computer kunt doen, tenzij je dit door jouw ziekte of handicap niet kunt.
Het gesprek met de arbeidsdeskundige voorbereiden
Meestal heeft de arbeidsdeskundige nog een aantal vragen tijdens het gesprek. Vragen die je kunt verwachten zijn:
- Wat heb je voor werk gedaan?
- Welke taken lukten wel en welke niet?
- Welke werkzaamheden kun je nog doen?
- Welke werkzaamheden kun je niet meer doen?
- Hoe verwacht je dat jouw herstel in de toekomst verloopt?
Je kunt het gesprek goed voorbereiden door na te denken over bovenstaande vragen. Schrijf de antwoorden eventueel op en neem je aantekeningen mee naar het gesprek. Het is ook aan te raden om iemand mee te nemen naar het gesprek.
In mijn volgende blog over de WIA leg ik uit hoe het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt berekend.